21 september 2021
De laatste jaren zijn er meer en meer kinderen en jongeren met psychische problemen. Door de coronacrisis zijn deze problemen nog toegenomen. De wachtlijst voor kinderen met dergelijke problemen zijn lang en af en toe komt het tot crisissituaties. Deze kinderen komen dan soms terecht op de spoedafdeling, de pediatrie of de polikliniek. Om deze kinderen beter te helpen wil men via gestructureerde samenwerking een brug slaan tussen de algemene kindergeneeskunde en de kinderpsychiatrie om zo de beste zorg voor deze kinderen te kunnen garanderen. Sinds 1 augustus beschikt het Sint-Andriesziekenhuis, in het kader van een pilootproject, over een erkenning voor kinder liaisonpsychiatrie. Het ziekenhuis is zeer tevreden deze psychische zorg (die eigenlijk toch een basiszorg zou moeten zijn) regionaal voor kinderen te kunnen aanbieden.
Aanpak
Het Sint-Andriesziekenhuis biedt kortdurende, geplande opnames aan voor 2 kinderen, telkens van maandag tot vrijdag. Deze opnames hebben tot doel rust te brengen, observatie en inschatting van de problematiek. Het kan gaan om angstproblematiek, gedragsproblematiek, eetstoornissen met acute nood, tweesporenbeleid bij kinderen met psychosomatische klachten.
Doelgroep
Alle kinderen van 0 tot en met 14 jaar die zich in een milde kinderpsychiatrische crisissituatie bevinden. Kinderen komen in het Sint-Andriesziekenhuis terecht via:
- Spoedgevallendienst
- Polikliniek kinderpsychiatrie en pediatrie
- Eerstelijnshulp: huisartsen, psychologen
- Vanuit netwerk geestelijke gezondheid: CGGZ (centrum geestelijke gezondheidszorg), WINGG (West-Vlaams integrerend netwerk geestelijke gezondheidszorg)
- Integrale jeugdhulpverlening
- CLB (Centrum voor Leerlingbegeleiding)
Team
Alle patiënten worden gevolgd door een multidisciplinair team van kinderartsen en kinderpsychiaters, verpleegkundigen pediatrie en kinderpsychiatrisch verpleegkundigen, een kinderpsycholoog en spelbegeleidsters. Iedere hulpverlener zal zijn kennis en expertise gebruiken om tot een optimale behandeling te komen en dit in goede samenwerking met de verwijzer alsook met de betrokken familieleden.