23 september 2019
Naar jaarlijkse gewoonte wordt onder stimulans van de cardiologen en de Belgische Cardiologische Liga een sensibiliseringscampagne gevoerd tijdens de Week van het Hart (23-29 september). Hart- en vaatziekten behoren tot de belangrijkste doodsoorzaken in ons land, preventie is dan ook een prioriteit van de cardiologen en bij uitbreiding alle artsen.
De 40ste editie van de Week van het Hart staat in het teken van het verband tussen suiker, diabetes en hart- en vaataandoeningen. Het risico op hart- en vaatziekten neemt toe in functie van het aantal risicofactoren. Daaronder vallen een hoge bloeddruk, te veel cholesterol, roken, familiale aanwezigheid van hart- en vaatziekten, geslacht, leeftijd en niet in het minst de aanwezigheid van suikerziekte of diabetes, vooral type 2 diabetes. Dit jaar gaat dan ook speciale aandacht naar de link tussen suikerziekte en hart- en vaatziekten. We laten dokter Françine Desimpel (cardioloog) en dokter Evy Degrande (endocrinoloog) aan het woord. Zij verduidelijken enkele zaken en geven tips om met z’n allen gezonder te leven.
Wat is type 2 diabetes en hoeveel Belgen lijden hieraan? Wat is het verschil met type 1 diabetes?
Dr. Degrande: “Type 2 diabetes is een stofwisselingsziekte waarbij glucose (of suiker) door een minder goede insulinewerking niet op de juiste manier in de cellen kan worden opgenomen. Glucose is de energiebron voor de cel, maar door die slechte opname stijgt de suikerspiegel in het bloed. Vandaag lijdt ongeveer 8 procent Belgen aan type 2 diabetes, nog eens 6,5 procent heeft prediabetes. Meer dan een miljoen Belgen wordt hier dus mee geconfronteerd. Vermoedelijk is het cijfer nog een onderschatting aangezien de ziekte ondergediagnosticeerd is. Type 1 diabetes daarentegen is een auto-immuunziekte waarbij antistoffen die insuline afbreken worden aangemaakt. De enige mogelijke behandeling bij type 1 diabetes is insuline. Bij type 2 diabetes is er vaak eerst plaats voor medicatie en een aangepaste levensstijl.”
Hoe wordt type 2 diabetes veroorzaakt?
Dr. Degrande: “Het is een erfelijke ziekte. Heeft een van beide ouders type 2, dan heb je 30 procent kans om aan deze aandoening te lijden. Hebben beide ouders type 2 diabetes dan stijgt het percentage naar 50 procent. Zaken zoals overgewicht, voeding en een sedentair leven spelen hierbij een belangrijke rol. In een eerste fase is er door de aanwezigheid van een actieve vetcel in het diepe buikvet een foute werking van insuline. Het lichaam probeert dit te compenseren door meer insuline te maken. In een tweede fase faalt dit mechanisme en is er onvoldoende insuline aanwezig.”
Wat zijn de symptomen van type 2 diabetes en hoe kan je het detecteren?
Dr. Degrande: “Klassiekers zijn vaak moeten plassen, vooral ’s nachts, en grote dorst. Dit treedt echter maar op bij zeer hoge suikerwaarden. Ook wazig zicht, vermoeidheid en schimmelinfecties kunnen een teken zijn. Het grote probleem is dat er vaak geen klachten zijn en je dus gemakkelijk met de ziekte kan rondlopen zonder het te weten. Vandaar het belang van een tweejaarlijkse screening aan de hand van een nuchtere bloedafname. Bij erfelijke aanleg is het advies een jaarlijkse screening vanaf 45 jaar. Dit kan heel eenvoudig bij de huisarts. Ook als je vermoedt dat je misschien aan diabetes lijdt, maak je best meteen een afspraak bij de huisarts. Hij of zij zal een labo plannen en bij bevestiging medicatie starten, voedingsadvies inplannen bij een diëtiste en tips rond beweging geven. Het is bovendien essentieel om via vervolgbloedafnames regelmatig te laten controleren of de behandeling nog voldoende is.”
Welke invloed heeft deze aandoening op ons dagelijkse leven?
Dr. Degrande: “Die is niet te onderschatten. Het is geen ziekte waarbij louter een pilletje, spuitje of de dokter de behandeling doet. Die zijn zeker nodig, er zijn trouwens de laatste tien jaar veel nieuwe medicijnen op de markt gekomen om de ziekte te behandelen. Maar het vraagt een actieve inzet, het omgooien van bepaalde levensstijlgewoontes en heel wat zelfdiscipline. Als je erin slaagt om je deze zaken eigen te maken en je daar ook goed bij te voelen, dan is het perfect mogelijk om een normaal leven te leiden.”
Kan je ervan genezen?
Dr. Degrande: “De diagnose diabetes is in principe niet omkeerbaar. Er zijn echter hoopgevende signalen dat bariatrische heelkunde in het beginstadium van de ziekte deze (waarschijnlijk tijdelijk) kan tenietdoen bij mensen met een hoge BMI. Wanneer je in het voorstadium zit, de prediabetesfase, zijn er goeie indicaties uit grote studies dat levensstijlmaatregelen de aandoening kunnen voorkomen. Opnieuw wordt het belang van preventie dus duidelijk.”
Welke hart- en vaataandoeningen kan suiker verder nog veroorzaken?
Dr. Desimpel: “De belangrijkste doodsoorzaak bij diabetespatiënten is met meer dan vier op de vijf diabetici cardiovasculaire verwikkelingen. Het risico op een hartinfarct is bij diabetici twee tot drie keer groter. Dit komt enerzijds door de diabetes zelf, maar nog vaker door de aanwezigheid van meerdere risicofactoren zoals obesitas en immobilisatie. Obesitas leidt op zich ook tot hoge bloeddruk. Naast het frequenter optreden van aderverkalkingen met mogelijks een infarct tot gevolg, stellen we ook het frequenter optreden van hoge bloeddruk vast door het stijver worden van de bloedvaten. Niet alleen ter hoogte van het hart maar ook ter hoogte van de hersenen kunnen meer problemen optreden. De kans op een hersentrombose (CVA) is twee tot drie keer zo groot als bij mensen zonder diabetes. Ook de kleinere bloedvaten met name deze ter hoogte van het netvlies en de nieren kunnen worden aangetast met een vervroegd verminderd zicht en verminderde nierfunctie als gevolg. Risico op aantasting van de bloedvaten in de benen is bij diabetespatiënten vier tot zes keer groter met gevaar voor uitgebreide infectie tot zelfs amputaties. Niet alleen aderverkalkingen spelen daar een rol, maar ook de aantasting van de zenuwen onder invloed van suiker.”
Hebt u concrete tips om de suikerinname via voeding te beperken?
Dr. Desimpel: “We moeten met z’n allen inzetten op een gezonde levensstijl. Daar hoort bewuster omgaan met voeding zeker bij. We zouden dit ook actief moeten aangeleerd worden op school met een algemene gezondheidsles. De automaten op school mogen gerust louter suikervrije tussendoortjes bevatten. We dienen ons ook af te vragen of er niet systematisch meer sport en beweging moet worden ingebouwd in het lessenrooster: mens sana in corpore sano. Door meer en regelmatig te bewegen worden onze suikers beter verbrand en vermijden we het ontstaan van overgewicht. Verder kunnen infofiches met vermelding van calorieën en hoeveelheid suiker in restaurants ook zinvol zijn.”
Wat kunnen we nog doen om problemen met ons hart en/of bloedvaten te voorkomen?
Dr. Desimpel: “Een globaal en collectief betere levensstijl is het doel. Voeding is veelal te vet-, suiker- en zoutrijk en vaak bewegen we te weinig. Gezonder eten en dagelijks een half uurtje beweging zou ieders streefdoel moeten zijn. Vanaf de leeftijd van 45 jaar plan je best jaarlijks een bloedcontrole bij de huisarts. Zowel je suiker als vetten, urinezuur, nierfunctie en lever kunnen dan worden getest. Het is ook het ideale moment om andere risicofactoren zoals hoge bloeddruk, zwaarlijvigheid en obesitas, immobilisatie en roken in kaart te brengen.”
Hoe worden diabetespatiënten in het Sint-Andriesziekenhuis opgevolgd?
Dr. Degrande: “Als endocrinoloog heb ik de leiding over een dynamisch team van drie enthousiaste diabeteseducatoren en een deskundige groep diëtisten. Afhankelijk van type en soort behandeling is het eventueel mogelijk opgevolgd te worden in een zorgtraject diabetes of in de diabetesconventie. Mensen met type 2 diabetes komen 1 à 2 keer per jaar op raadpleging in het ziekenhuis en kunnen tussendoor bij de huisarts terecht. Indien gewenst is psychologische ondersteuning mogelijk bij deze soms moeilijke ziekte. De aanpak van diabetespatiënten omvat meer dan louter het opvolgen van een goed suikergehalte. Ook een perfecte bloeddruk wordt nagestreefd, net als een optimaal cholesterolgehalte. De stimulans tot meer bewegen en vermageren staat centraal en bij een hoge BMI (> 35 kg/m²) wordt aan de mogelijkheid van obesitasheelkunde gedacht, wat in samenwerking met het obesitasteam wordt opgevolgd. We werken nauw samen met het wondzorg- en voetteam in het voorkomen en behandelen van diabetesvoetwonden en mensen worden regelmatig doorverwezen voor preventieve controle van het netvlies en bij oogaantasting. Bovendien is het zo dat bij diabetici veel schade al kan optreden zonder dat de patiënt klachten ondervindt. Daarom is er tot slot ook een goeie samenwerking met de dienst cardiologie. Diabetici worden op regelmatige tijdstippen op cardiale controle gestuurd om eventuele schade op te sporen, zelfs bij patiënten die volledig klachtenvrij zijn. Deze integrale aanpak zorgt ervoor dat we onze patiënten zo goed mogelijk kunnen ondersteunen om met hun ziekte om te gaan en een optimale levenskwaliteit na te streven.”
Meer info vind je ook op de website van de Cardiologische Liga.
Foto: dr. Françine Desimpel en dr. Evy Degrande