Apotheekkosten
GENEESMIDDELEN EN PARAFARMACEUTISCHE PRODUCTEN
Geneesmiddelen
Parafarmaceutische producten
IMPLANTATEN, PROTHESEN EN NIET-IMPLANTEERBARE HULPMIDDELEN
Implantaten en prothesen
Implantaten zijn apparaten, hulpmiddelen of instrumenten die in het lichaam worden ingebracht. Voorbeelden van implantaten zijn een pacemaker, hartklep, nieuwe heup … Voor implantaten dient u meestal een persoonlijk aandeel te betalen. Voor bepaalde implantaten mag het ziekenhuis niets aanrekenen aan de patiënt. De ziekenhuisapotheker rekent wel een afleveringsmarge aan voor implantaten, wat onder andere aankoop, voorraadbeheer en steriliteit dekt. Deze bedraagt 10% van de kostprijs, met een wettelijk vastgelegd maximumbedrag. Prothesen dienen net als implantaten om een lichaamsdeel te vervangen of te wijzigen, maar zijn uitwendig te dragen. Voorbeelden van prothesen zijn een kniebrace, orthopedische schoen, borstprothese … Voor prothesen rekent het ziekenhuis een persoonlijk aandeel aan, maar geen afleveringsmarge.
Niet-implanteerbare medische hulpmiddelen
Materialen die nodig zijn tijdens en na een operatie, vallen onder de niet-implanteerbare hulpmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn knipmateriaal, camera, lichtmateriaal, circulaire nietjesmachines … Deze materialen mag het ziekenhuis niet aan de patiënt aanrekenen, behalve wanneer er een terugbetaling door het ziekenfonds is voorzien. De ziekenhuisapotheker kan wel een afleveringsmarge aanrekenen. Deze bedraagt 10% van de kostprijs, met een wettelijk vastgelegd maximumbedrag.